Hoe je mensen met dementie betrekt bij implementatie van eHealth

Als Vilans willen we graag leren hoe mensen met dementie op een goede manier betrokken kunnen worden bij de ontwikkeling en inzet van technologie. Vorig jaar startte Ruby Dollekamp bij ons haar afstudeeronderzoek waarin dit vraagstuk centraal stond. Zij richtte zich op het in gebruik nemen van bestaande technologie in de intramurale dementiezorg. In dit artikel haar voornaamste bevindingen.

Voor het ontwikkelen en implementeren van technologie gebruiken we het Honingraatmodel. Dit model bevat vijf noodzakelijke fasen voor de implementatie en opschaling van technologie in de praktijk. In elke fase kun je een gebruiker van die technologie in meer of mindere mate betrekken. Zo ook als het over technologie voor mensen met dementie gaat. Eerder onderzochten we op welke manieren dat gedaan wordt. Het betrekken van de eindgebruiker krijgt volgens dat onderzoek wel steeds meer aandacht, maar laat ook zien dat er nog meer kennis nodig is om gebruikers op een passende manier mee te laten werken.

Toen vorig jaar de challenge verpleeghuizen van de toekomst van start ging, leek dat een uitgelezen kans om met de geselecteerde organisaties samen te kijken naar het betrekken van mensen met dementie in hun implementatie-trajecten. Door corona was er beperkte toegang tot de locaties. Dollekamp: ‘Ik heb uiteindelijk vier medewerkers van de deelnemende organisaties kunnen spreken. Ook sprak ik nog acht medewerkers van andere organisaties en twee mantelzorgers. Het doel van deze interviews was om te achterhalen op welke momenten zij nu de mensen met dementie betrekken en waar ze kansen zien voor verbetering.’

Tips

De mogelijkheden zijn verschillend voor het type technologie. Voor sensortechnologie kan het ingewikkelder zijn dan voor technologie waar mensen met dementie zelf mee interacteren. Toch loont het om tijdens de verschillende stapjes uit het Honingraatmodel na te denken over de rol van mensen met dementie.

Verkennen

  • Start bij de wensen en behoeftes van de mensen zelf. Kunnen ze een demo krijgen van de verschillende toepassingen?
  • Is de technologie dementievriendelijk?
  • Staat de leverancier open om technologie aan te passen aan specifieke wensen en behoeftes?

Uitproberen

  • Geef mantelzorgers en vrijwilligers een rol om de technologie uit te proberen (zelf en met de mensen met dementie).
  • Bedenk in een vroeg stadium hoe de technologie zo eenvoudig mogelijk gebruikt en geleerd kan worden. Hoe maak je het nut inzichtelijk voor alle betrokkenen?
  • Onderzoek of de technologie aansluit bij de persoon met dementie. Wat is er nodig om het passend te maken?

In gebruik

  • Bied de technologie op een speelse en vrije manier aan.
  • Zorg voor een goede uitleg die herhaald kan worden.
  • Maak betrokkenen nieuwsgierig naar de technologie om hen uit te nodigen om het te gebruiken.
  • Ontdek ook wanneer de technologie te overweldigend is en wanneer het gebruik prettig beëindigd kan worden.

Borgen en opschalen

  • Blijf evalueren of het gebruik nog steeds een behoefte vervuld. Observeer het gebruik steekproefsgewijs.
  • Bedenk hoe je het gebruik optimaal faciliteert: maak er routine van.

Up-to-date houden

  • Hou het gebruik onder alle betrokkenen warm. Blijf kijken of de technologie doet wat het belooft en ga anders op zoek naar iets nieuws.
  • Draag continu uit dat het gebruik van technologie van waarde is.

Ontwerpen uitproberen

Alle bovenstaande tips zou je verder kunnen uitdenken in hoe je dat precies tot uitvoering brengt. Voor haar onderzoek koos Dollekamp een thema: ‘Wat me verbaasde was dat men de voordelen van technologie kent, maar er vaak simpelweg geen tijd voor heeft om het aan mensen uit te leggen of het samen te proberen. Als ontwerper zag ik daar kansen. Daarom heb ik door middel van online creatieve sessies met collega’s van Vilans drie concepten ontwikkeld. Deze concepten heb ik vervolgens uitgewerkt als prototypes en die zijn in februari getest door twee mensen met dementie, waaronder mijn eigen opa. Het was erg interessant om te observeren hoe er gereageerd werd op de prototypes, waarbij het meteen weer duidelijk werd hoe verschillend iedereen met dementie is.’

De drie prototypes geven alle op een andere manier ondersteuning in het uitleggen van technologie. Zo zorgt ‘De puzzel’ voor een spelelement waarbij men zelf informatie kan gaan ontdekken door puzzelstukken op te tillen, biedt ‘De Aardige Schuifdiagram’ verschillende opties met opeenvolgende stappen die men kan volgen voor uitleg en vertelt ‘De Pratende Placemat’ met één druk op de knop via een audiofragment en bijpassende afbeeldingen handelingen die mensen kunnen proberen op te volgen. Omdat de technologie in dit geval een elektronisch fotolijstje is, maakte het voor de mensen met dementie in de testen gemakkelijker om de link tussen de uitleg en de technologie te zien. We verwachten dat dit anders is als de technologie wat abstracter is (zoals sensortechnologie). Toch leren we op deze manier dat het informeren van mensen met dementie over het gebruik van technologie wat creativiteit vergt maar dat het zeker de moeite waard is om diverse mogelijkheden te verkennen.

 

Dollekamp: ‘Mensen met dementie zijn vaak met een beetje hulp nog tot meer in staat dan gedacht wordt. Door mensen iets tastbaars aan te bieden wat bij ze aansluit, is het voor hen makkelijker te begrijpen wat ze kunnen verwachten. Daarbij blijft men op deze manier ook actiever doordat de interactie tussen persoon en product duidelijker wordt. Vooral “De Pratende Placemat” leek hierin te ondersteunen. Er lijken dus zeker kansen om de betrokkenheid bij de implementatie van een nieuwe technologie voor mensen met dementie te verbeteren.’

Thema
Regionale afstemming zorg
Soort item
Nieuws
Thema tags
langdurige zorg