Hoe kan het ECD zorgmedewerkers nog beter ondersteunen?

Het elektronisch cliënten dossier (ECD) moet het werken in de zorg eenvoudiger maken. Toch geeft het ECD juist erg veel regeldruk. Dit blijkt uit onderzoek van adviesbureau Berenschot. Het is daarom belangrijk om te kijken naar hoe het ECD wél de zorg kan ondersteunen.

Het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) vroeg Berenschot om dit te onderzoeken. In dit artikel delen we de belangrijkste resultaten en lessen uit de enquête van het onderzoek.

Download de infographic (pdf)

 

5 BELANGRIJKE LESSEN

  1. Betrek ook zorgmedewerkers bij de ontwikkeling, selectie en implementatie van het ECD.
  2. Zorg voor gebruiksvriendelijke systemen die gekoppeld zijn. Registreer bovendien niet meer dan nodig. Dit voorkomt veel administratieve tijd.
  3. Zorg voor meer tijd voor medewerkers die niet handig zijn met het ECD. Geef deze medewerkers meer scholing.
  4. Zorg dat het ECD net zo makkelijk is als het internet. Zorg voor voldoende informatie en uitleg bij elke functie of knop.
  5. De zorgmedewerker en de ECD-leverancier moeten goed samenwerken bij het ontwikkelen en de invoering van het ECD. Zo ziet de ECD-leverancier hoe het ECD op de werkvloer werkt.

 

Wil je meer weten?

Lees de uitgebreide versie ‘Hoe kan het ECD de zorgmedewerkers nog beter ondersteunen?

Deel jouw goede voorbeeld

Wij zijn benieuwd of in jouw zorgorganisatie het ECD de zorg ondersteunt. Of dat jullie daar een mooie stap in gezet hebben. Dan komen we graag in gesprek met jou. Meld je aan voor de interactieve online bijeenkomst ‘ECD; van last naar lust’ op donderdag 13 januari 2022. Dan ga je met andere zorgcollega’s aan de slag met jullie wensen: hoe het ideale ECD eruit zou kunnen zien.

 

Coach en organisatie goed matchen

Het onderzoek focust op persoonsgerichte zorg en veiligheid, kwaliteitsthema’s waarmee de meeste ondersteunde organisaties moeite hadden. Vermunt vertelt dat een goede matching van de coaches met de organisaties van groot belang was. ‘Er werd goed gekeken naar het type organisatie en daar werden geschikte coaches bij gezocht. De begeleide instellingen bleken de combinatie van een strategische en een operationele coach enorm te waarderen. Ze zagen die benadering van de problemen op meerdere niveaus als een belangrijke succesfactor.’

De startscan en het plan van aanpak boden houvast. ‘Ook voor de borging van de verbeteringen hadden veel organisaties vanaf het begin aandacht. Consequent methodisch werken speelde hierbij een grote rol’, vervolgt Vermunt.

Enkele geleerde lessen:

  • Beleg rollen en verantwoordelijkheden goed, bijvoorbeeld bij aandachtsvelders en kwaliteitsverpleegkundigen.
  • Leer je cliënt beter kennen: haal wensen en behoeften actief op en leg ze vast in het zorgleefplan. Vermeld daarbij wie waarvoor verantwoordelijk is.
  • Stimuleer vormen van informeel leren zoals coaching-on-the-job en casuïstiekbesprekingen.

‘Bij veranderen en verbeteren is het essentieel dat er in de organisatie een besef van urgentie is en dat medewerkers veranderbereid zijn. Hierbij zijn ook betrokkenheid en leiderschap van bestuur en management van groot belang. Wat negatief werkt is een “eilandjescultuur”, met slechte onderlinge informatieoverdracht en een onveilige teamcultuur, waarbinnen je bijvoorbeeld geen fouten mag maken. Informeel leren is in zo’n situatie veel lastiger’, concludeert Vermunt.

Wat gebeurt er met de geleerde lessen van Waardigheid en trots?

‘Die lessen kunnen we bijvoorbeeld weer inbrengen in het vervolgprogramma Waardigheid en trots op elke locatie’, stelt Vermunt. ‘Op die manier profiteren andere instellingen indirect ook van het programma. Maar ook organisaties die zonder begeleiding werken aan kwaliteitsverbetering kunnen er hun voordeel mee doen.’

Tekst: Linda van Ingen
Bron: Waardigheid en trots

Thema
Regionale afstemming zorg
Soort item
Nieuws
Thema tags
langdurige zorg