Experiment nieuwe bekostiging wijkverpleging: kansen en risico’s voor wijkverpleegkundigen

Vanaf volgend jaar wordt er vijf jaar lang geëxperimenteerd met een andere bekostiging voor de wijkverpleging. Doel van het experiment is de bekostiging zo in te richten dat er meer ruimte komt voor de professionele vaardigheden van de wijkverpleegkundige, en er afscheid kan worden genomen van het ‘uurtje-factuurtje’- principe. Waar nu nog alleen wordt vergoed voor de feitelijke zorgverlening, is straks het cliëntprofiel leidend.

De Nederlandse Zorgautoriteit heeft met onder meer V&VN een convenant getekend waarin is afgesproken hoe wordt gewerkt aan een toekomst waarin niet de verleende zorg leidend is in de financiering, maar het cliëntprofiel. Aan dat profiel hangt een budget met uur-, week- of maandtarieven. Daarmee zet de wijkverpleegkundige via indicatie de zorg in die nodig is voor de gewenste resultaten. In het bestaande systeem komt dat geld pas vrij als de zorg is verleend.

De cliëntprofielen zijn ontwikkeld met wijkverpleegkundigen en verplegingswetenschappers. Vier grote zorgorganisaties hebben in een pilot meegewerkt aan de ontwikkeling van vragenlijsten die noodzakelijk zijn voor de vaststelling van het juiste profiel. Dat profiel heeft grote voorspellende waarde voor het (toekomstig) zorggebruik.

Vanaf volgend jaar kunnen zorgaanbieders kiezen voor het experiment met de nieuwe bekostiging als zij daartoe een contract sluiten met de zorgverzekeraar. Het huidige systeem blijft bestaan voor niet-gecontracteerde zorgaanbieders en voor het persoonsgebonden budget.

Doorontwikkeling gaat verder

Terwijl de nieuwe bekostiging wordt geïntroduceerd, gaat de doorontwikkeling van de vragenlijst voor de cliëntprofielen verder. Wijkverpleegkundigen vinden namelijk dat de huidige vragenlijst onvoldoende laat zien wat het vak inhoudt en dat de vragenlijst nog te veel gericht is op het dagelijks leven. Denk daarbij aan zaken als wassen en aankleden. De verwachting is dat de aangepaste versie in de loop van 2022 klaar is en vanaf 2023 landelijk gebruikt kan worden. Bij deze doorontwikkeling zal V&VN regelmatig van zich laten horen.

“Om tot goede cliëntprofielen te komen, moeten wijkverpleegkundigen hun professionele ruimte optimaal benutten. Indiceren moet altijd leidend zijn. Dat is iets om alert op te blijven als de profielen straks leidend zijn in de bekostiging”, zegt V&VN-bestuurslid Cora Vegter.

Indicatiestelling blijft belangrijk

Uit het experiment moet blijken hoe goed dat straks lukt. “De indicatiestelling blijft onverminderd belangrijk. Want de indicatie is de basis voor het zorgplan en het invullen van de vragenlijst voor het cliëntprofiel. We moeten wel goed opletten voor de administratieve druk van dit systeem. Kost het extra tijd? En wat als de situatie verandert? Kost het dan meer tijd? Hoe vaak moeten formulieren opnieuw ingevuld worden als de zorgsituatie verandert? We moeten ermee aan de slag om te kijken hoe goed het werkt. En op basis van goede inhoudelijke feedback met wijzigingen en aanscherpingen komen als dat nodig blijkt.”

Het convenant is opgesteld door de Nederlandse Zorgautoriteit met vijf andere partijen: V&VN, de Patiëntenfederatie Nederland, Actiz, Zorgthuisnl en Zorgverzekeraars Nederland. Vanaf oktober worden er (digitale) sessies georganiseerd om met de deelnemers in de proeftrajecten te volgen hoe de ontwikkeling gaat. Daarnaast is V&VN erg benieuwd wat vanaf januari de ervaringen zijn van de wijkverpleegkundigen met de vragenlijst, het casemixformulier en de cliëntprofielen. Hiervoor is een speciaal emailadres geopend: bekostigingwijkverpleging@venvn.nl.

Thema
Zorg thuis in de wijk
Soort item
Nieuws
Thema tags
zorg thuis