Programma Anders Werken versnelt innovatie in de ouderenzorg
Innovatie in de ouderenzorg versnellen? Een goede manier om dat voor elkaar te krijgen is door organisaties van elkaar te laten leren. Dat gebeurt in West-Brabant met het programma Anders Werken. De werkwijze van het project slaat aan. De eerste resultaten liggen er en andere regio’s willen de aanpak nu ook overnemen, vertelt zorgbestuurder Conny Helder. ‘Het is noodzakelijk om anders naar zorgprocessen te kijken. Innovatie overkomt je niet, je moet er hard voor werken.’
Dat hard werken beaamt programmamanager Henk Herman Nap. Daarnaast is de inzetbaarheid en de effectiviteit van de innovatie afhankelijk van de manier waarop organisaties technologie implementeren. Voorwaarden voor succes zijn voldoende interne training en een goed innovatieklimaat. Nap: ‘Hoe je daar als bestuurder voor zorgt? Het is in ieder geval belangrijk om het top-down volledig te ondersteunen. De gezamenlijke visie moet je keer op keer uitdragen, door je hele organisatie.’
Open innovatie
Hoe de procesinnovatie binnen dit programma is opgezet, is te lezen in een whitepaper. Nap wijst op het belang van open innovatie. ‘Je moet samen innoveren en iedereen erbij betrekken: de financier, de zorgprofessional, de leverancier, noem maar op. Door ervaringen te delen en onderzoek te doen, kun je het product steeds verder verbeteren.’
Anders kijken naar zorgprocessen
Conny Helder, bestuurder van tanteLouise: ‘Wat ik doe om voor een goed innovatieklimaat te zorgen, is een heel duidelijke koppeling maken tussen de korte en de lange termijn’. ‘Op de lange termijn zijn er straks te weinig mensen om de zorg te leveren. Je kunt dan wel een verpleeghuis bouwen, maar daar heb je dan niet voldoende werknemers voor. Dat kun je gewoon uitrekenen. Het is dus noodzakelijk om anders naar de zorgprocessen te kijken.’
‘Om te zorgen voor voldoende motivatie op de korte termijn, moet je kijken naar de technologie die er al is en ervoor zorgen dat werknemers daar nu al plezier van hebben’, is de overtuiging van Helder. ‘Je kunt het wel allemaal voorrekenen, maar ze moeten het zelf ervaren. Dat zorgt voor motivatie en zo raakt het ingebakken. Je verankert het innovatief denken in de normale werkzaamheden. Het zelf laten ervaren is ook de enige manier om door weerstand heen te komen.’
Van elkaar leren
Die gedachte staat centraal bij het project Anders Werken, waar twaalf ouderenzorg-organisaties uit West-Brabant aan deelnemen. Zij proberen diverse innovaties in de praktijk uit. TanteLouise gaat daarbij voorop en voert vaak als eerste kleinschalige pilots uit. Die kunnen vervolgens worden opgeschaald naar de andere deelnemende organisaties. Helder: ‘Bij ons is die innovatiecultuur er al, sommige andere partijen moeten daar de organisatie nog voor neerzetten. Innovatie overkomt je niet, je moet er hard voor werken.’ Wat Helder betreft hoeft ook niet iedere instelling daarmee aan de slag. ‘De ene organisatie heeft er meer mee dan de andere en dat is prima. Laten we vooral niet allemaal de hele dag gaan zitten innoveren. Het is juist belangrijk om van elkaar te leren.’
Slim incontinentiemateriaal bespaart tijd
Onlangs verscheen een onderzoeksrapportage van een Anders Werken-pilot, uitgevoerd door zeven instellingen die werkten met slim incontinentiemateriaal. De uitkomsten zijn overwegend positief, zoals projectmanager en onderzoeker Henk Herman Nap toelichtte op Zorgvisie. ‘Je gaat minder materiaal gebruiken, maar het slimme incontinentiemateriaal is duurder’, zegt Henk Herman Nap over de uitkomsten van de pilot. ‘Per cliënt per dag betaal je wat meer, maar je bespaart wel tijd. Dat is een belangrijke winst die je boekt.’
Visie op zorg
De meeste organisaties die deelnamen aan de pilot, meldden een aanzienlijke tijdsbesparing: gemiddeld acht uur per dag. Raffy-Lâle-Leystroom spant de kroon met een besparing van zo’n twaalf uur per dag. Daar staat tegenover dat Volckaert Buurstede geen tijdswinst rapporteert. ‘Dat verschil komt onder meer door een andere visie op zorg’, verklaart Nap. ‘Zo gaat Volckaert Buurstede uit van belevingsgerichte zorg, waarbij de cliënt aangeeft of hij gaat douchen of dat het incontinentiemateriaal vervangen moet worden. De conclusie is dan ook dat deze innovatie voor hen voorlopig niet van toepassing is.’
Verschillen in populatie
Toch zijn de verschillen in tijdswinst ook tussen de overige organisaties opvallend groot. Dat verschil is mogelijk te verklaring door een verschil tussen de cliënten, zegt Nap. ‘Hoe mobieler de cliënt, hoe lager de tijdswinst. Bij cliënten die in een rolstoel zitten of bedlegerig zijn, bespaar je de meeste tijd. Dat is ook wel logisch. De les die we geleerd hebben, is dat dit geen constante factor is. De populatie kan over een halfjaar heel anders zijn dan die nu is. En daarmee de tijdsbesparing van het slimme incontinentiemateriaal dus ook.’
Nachtrust en huidconditie
Afgezien van tijdswinst levert de pilot ook een hoop andere positieve resultaten op, blijkt uit het onderzoek. Zo is de nachtrust op de meeste locaties toegenomen, het aantal natte bedden gedaald en bij een sommige cliënten de huidconditie aanzienlijk verbeterd. Nap: ‘Wat veel gebeurt, is dat er veel gespiekt wordt. Zorgverleners kijken dan even snel of het materiaal vervangen moet worden. Dat hoeft nu niet meer en dat is heel prettig voor de privacy van de cliënt.’
Navolging
Slim incontinentiemateriaal is één van de innovaties binnen het programma. Bij Anders werken ligt de nadruk op het leren van elkaar. Deze werkwijze slaat aan en krijgt navolging in de rest van het land. ‘Anders Werken Friesland is er al’, zegt Nap. ‘We zijn in gesprek met andere regio’s, zoals Noord en Zuid-Limburg en Zeeland, die ook zo willen gaan werken.